0 items

  • Over Tutti Timbri
    • Over Tutti Timbri
    • Bert van Bommel
    • Didactische begeleiding
    • Praktische tips
    • Spelletjes met de instrumenten
    • Voorwaarden
    • Privacy beleid
  • Webshop
    • Nieuwe producten
    • Alle producten
  • Kinderactiviteiten
    • Muziekspeeltuin
    • Muzikaal prentenboek – Opa Olifant gaat op reis (èn heeft een geheim!)
    • Zelf instrumenten maken
    • Muziek kun je maken!
    • Djembé Plus
    • Muziek zonder beperkingen
    • Toren van Geluid
  • Contact
  • Foto’s
  • English
  • Praktische tips en spelsuggesties

    Achtergrondinformatie

     

    Muziek met kleuters

    Muziek met kleuters is zingen en spelen. Of anders gezegd: vocale- en instrumentale activiteiten. Voor alle duidelijkheid: dit stuk gaat over instrumentale muziek: ofwel: spelen met geluiden.

    Wat is muziek?

    Noodzakelijk is het om even stil te staan bij wat muziek eigenlijk is. Daar is een eenvoudige omschrijving voor te geven: muziek is geluiden op een rijtje. Die omschrijving geldt voor alle soorten muziek die er op de wereld worden gemaakt. Of het nu klassieke muziek is, popmuziek of wereldmuziek. Steeds zijn mensen bezig om geluiden zodanig te rangschikken dat er iets ontstaat dat zij mooi vinden.

    NB: de officiële definitie van muziek is: “muziek is een zinvolle rangschikking van akoestische elementen”.

    Dat kunnen kleuters ook!

    Als je muziek zo benadert, zijn er veel mogelijkheden om kleuters hun eigen muziek te laten maken. Net zoals je kleuters zelf hun eigen tekening laat maken. En net zoals bij tekenen met kleuters, hanteer je dan niet de strenge kwaliteitsnormen die bij volwassen muziek gehanteerd worden. Met andere woorden: maat en ritme, toonladders e.d. spelen in het begin een ondergeschikte rol.

    Zoals bij tekenen.

    In het verleden is bijvoorbeeld  via de methodes Orff en Gehrels geprobeerd om kinderen eenvoudige vormen van (klassieke) muziek te laten spelen. Dat paste in de tijd (van toen). Die doelen hebben we in de muziek losgelaten. Om te leren hoe je met kinderen muziek maakt zonder dat je zelf over muzikaal-technische vaardigheden beschikt, is het goed om te kijken naar wat er gebeurt als kinderen tekenen.

    Grofweg zijn kinderen dan bezig om vormen (lijnen en vlakken) met elkaar te combineren. De allerjongste kinderen zijn (nog) niet in staat om tekeningen te maken waarin dingen te herkennen zijn. Kleuters kunnen dat wel.

    Als je het proces bij tekenen vertaalt naar muziek dan zijn kinderen bezig om geluiden (de lijnen en de vlakken van het tekenen) te rangschikken op een voor hen logische manier. Er is geen enkel voorschrift dat die geluiden keurig in de maat moeten klinken en op de goede, zuivere toonhoogte. Bij tekenen doen we ook niet moeilijk over “binnen de lijntjes”, perspectief en verhoudingen.

    Er is nog wel een belangrijke overeenkomst met tekenen: kleur in de muziek betekent hetzelfde als bij tekenen, alleen is het dan iets abstracter en benoemen we het ook niet.

     

    Muziek is communicatie

    Beter leren luisteren is één van de grootste onderwijsleerdoelen in het basisonderwijs.

    Wanneer kinderen tekenen – een vaak aangeboden activiteit –  zijn kinderen meest solistisch bezig. Muziek maken doe je per definitie samen! Zodra is afgesproken wie wat speelt is het eenvoudig om kinderen op een logische maar duidelijke manier erop te wijzen dat ze op hun beurt moeten wachten. Dat dwingt ze om te luisteren naar de andere kinderen.

    Muziek met een betekenis

    In de wereld van de volwassenenmuziek wordt veel muziek gemaakt die een impressie geeft van iets uit de werkelijkheid. Het bekendste voorbeeld is de 6e symfonie van von Beethoven. Die wordt ook wel de “Pastorale”genoemd. Als je goed luistert hoor je dat in de muziek een herderslandschap is uitgebeeld. Nog een paar voorbeelden uit de volwassenenmuziek:

    • G. Gershwin: “An American in Paris”
    • M. Mussorgsky: “Schilderijententoonstelling”
    • E. Grieg: Peer Gyntsuite

    Bij muziek maken met kleuters is het geven van een betekenis aan de geluiden bijna onontbeerlijk.

    We vertellen een verhaal

    Deze vorm van muziek maken komt uitstekend van pas als je met kleuters muziek wilt maken.  Bij het werken met kleuters wordt veel gebruik gemaakt van het verhaal als didactische werkvorm. Sommige verhalen lenen zich er goed voor om te worden verklankt. De gebeurtenissen in het verhaal worden m.b.v. klankbronnen tot leven geroepen. Zo ontstaan klankcollages die je hoorspelen noemt.

    Wie speelt wat?

    Muzieklessen zullen mislukken als de organisatie niet strak is. Kinderen willen graag spelen en hebben dan minder oog(oor) voor wat de andere kinderen doen.

    De vraag komt nu naar voren hoe je dat organisatorisch aanpakt. Het zal duidelijk dat je voor het geluid van de voeten van een man maar één kind nodig hebt. ( maar: “we doen met de hele klas een duizendpoot!”)  Ook met de regen kunnen alle kinderen meedoen. Dat kan meteen een oefening zijn in het hard en zacht spelen. Laat de muziek spelen terwijl de kinderen hun ogen dicht hebben. Duidelijk zal worden dat je, om de echtheid van deze scene te benaderen, de geluiden met elkaar in balans moet brengen. Stel je voor dat dingen die dichtbij gebeuren harder klinken dan dingen die verder weg zijn. Er is altijd een natuurlijke afstand tussen je oor en de klankbron.

    Tutti Timbri instrumenten

    Het Tutti Timbri instrumentarium (Italiaans: “alle klanken”) is speciaal ontwikkeld om muziek activiteiten met kleuters te ondersteunen. Naast zingen is spelen met instrumenten een belangrijke activiteit.  Het speciaal voor kleuters ontwikkelde instrumenten stelt geen muzikaal-technische eisen aan de kinderen. Alle instrumenten zijn meteen te bespelen. Daarnaast is er gestreefd naar een grote diversiteit in geluiden. En omdat muziek met kleuters vrijwel altijd gekoppeld wordt aan de werkelijkheid, zijn er veel instrumenten met  geluiden die je meteen doen denken aan een geluid uit de omgeving.

    Nog meer instrumenten?

    Belangrijk is dat de Tutti Timbri instrumenten heel goed gecombineerd kunnen worden met andere klankbronnen.

    • Je stem als instrument
    • Je handen en voeten als instrument
    • Artikelen uit de klas (potloden, vegers, kraan e.d.)
    • traditionele instrumenten zoals  handtrommen, bekken, gitaar e.d.

    Praktische tips

    Er zijn een paar belangrijke spelregels die, als je ze goed hanteert, er voor zorgen dat je ‘echte’ muziek maakt. Het is aan te raden die goed te lezen voordat je begint.

     

    1. Organisatie. Als de instrumenten worden uitgedeeld willen de kinderen niets liever dan lekker spelen. Een goede afspraak is om de instrumenten voor je neer op de grond te leggen en pas te spelen als je aan de beurt bent.

    2. Stilte is een belangrijke component. Stil zijn waar we stil moeten zijn, Vooraf en na afloop, maar ook tijdens het spel. Zo richt je de aandacht              van de kinderen op de geluiden .

            3.Gewenste en ongewenste geluiden. Omdat er bij deze soort van muziek maken gebruik wordt gemaakt van ‘gewone’ geluiden,is het                       belangrijk er voor te zorgen dat er tijdens het muziek maken geen andere ‘gewone’ geluiden worden gemaakt. Denkt hierbij aan schuiven met                stoeltjes, tikken tegen tafels e.d.

           4.Voorgrond en achtergrond. Hier gaat het om de balans tussen de geluiden. Welke geluid is het belangrijkst? Klinkt dat ook het hardst?

           5.Hoe lang duren de geluiden?  Soms wekt het spanningsverhogend om geluiden wat langer te laten duren. Dan kan daarna een heel kort                   geluid juist weer verrassend zijn.

           6.Twee geluiden tegelijk. Zoals in ‘echte’muziek zit in deze muziek het aantrekkelijke ook in het combineren van geluiden. Zorg er dus voor              dat er altijd twee geluiden tegelijk klinken.

           7.Hoofdzaak/bijzaak. Zoals in “echte” muziek is het bij kleutermuziek ook handig om te werken met (veel)achtergrond geluiden en (weinig)                voorgrondgeluiden. Eén solist met de begeleiding van een hele klas of een groep kinderen. Simpel voorbeeld: alle kinderen hebben                                 ritmestokjes     en tikken daarmee zachtjes (door elkaar) op de grond. Eén kind is de solist en speelt een willekeurig maar wel contrasterend                    geluid daarbij.

           8.Eenvoudig beginnen. Als je als leidster nog niet zo veel ervaring hebt met deze werkvorm, is het aan te raden eenvoudig te beginnen. Het              allersimpelste muziekstuk bestaat uit twee geluiden. Als je die tegelijk speelt, mag je zeggen dat je een muziekstuk maakt. “Er loopt een man           op straat en het regent” Twee geluiden en twee klankbronnen. Welke is het belangrijkste? Hoe speel je de voeten en hoe de regen?

          9.Kop en staart. Net als in muziek voor volwassenen is het belangrijk dat stukjes muziek met kleuters een begin en een eind hebben.

          10. Hoorspel/muziekspel. Bij een hoorspel wordt er toneel gespeeld en worden er geluiden bij gemaakt. In deze manier van muziek maken              waar de geluiden belangrijker zijn dan de tekst, vertel je eerst het verhaal en maken de kinderen tegelijkertijd de bijbehorende geluiden.                        Daarna laat je de tekst weg en vertel je het zelfde verhaal met de geluiden.

    Spelsuggesties

     

    1. Er loopt een man op straat en het regent.
    2. Kies een instrument voor de voeten van de man en eentje voor de regen. Waarschijnlijk heb je voor de regen meerdere instrumenten nodig. De kinderen kiezen mee.

     

    1. Timmerfabriek

    De kinderen vertellen wat er zoal in een timmerfabriek gebeurt. De geluiden van die karweitjes gaan we zoeken in de kist (timmeren, boren, zagen, schuren) Ieder kind krijgt een instrument  en de rondwandeling door de fabriek kan beginnen. Als de bel gaat gaan de werkers eten.

     

    1. Harde regen/zachte regen

    Soms begint een regenbui uit het niets en soms begint het met hele zachte regen. Regen klinkt niet altijd een hard. En als het regent, waait het vaak ook. Hoe klinkt dat? Gelukkig gaat de zon weer schijnen. Kies (samen met de kinderen) ook een geluid voor de zon die opgaat.

     

    1. Harde en zachte stampers

    De kinderen vertellen over de voeten van dieren. Welk dier maakt de meeste herrie met zijn voeten. En hoeveel geluiden maakt een paard als hij loopt? Er zij veel geluidspelletjes te bedenken met de voeten van dieren. Bovendien, een slang heeft geen voeten. Die schuift.

     

    1. Raden maar!

    Eén kind mag een instrument pakken zonder dat de ander kinderen zien wat hij pakt. (Achter een soort kamerscherm).

    Het kind speelt op zijn instrument en de andere kinderen raden waar het geluid op lijkt. Dan vertellen de kinderen waar zij aan moeten denken als ze het geluid horen. Zo krijgen nog twee kinderen een instrument en bouw je met de gevonden mogelijkheden een klein muziekverhaaltje.

     

     

     

     

     

     

     

    6..Groot en klein

    Niet alle dieren zijn even groot. De kinderen wordt gevraagd om grote dieren na te doen en kleine dieren. Welke geluiden horen bij de kleine dieren en welke bij de grote. Hierdoor ontstaat een muziekspel waarbij hard en zacht een rol speelt.

     

    7.Matrozen op het schip

    In de kist wordt gezocht naar alle geluiden die we kunnen gebruiken op een schip. De leidster vertelt een verhaal over de zee en een schip. De kinderen maken de geluiden erbij.

     

    8.Enge geluiden

    Een kind krijgt de opdracht om in de kist een geluid te zoeken waarmee hij ons kan laten schrikken. Zitten er ook enge geluiden in de kist? En lieve geluiden? En boze geluiden? De leidster vertelt een stukje van een bekend sprookje waarin deze stemmingsgeluiden een rol spelen. (“ogen-dicht” spelletje)

     

    9.Draaien en schuiven

    In een bewegingsspel wordt de kinderen gevraagd hoe je nog meer kunt voortbewegen dan met je voeten. Diverse dieren dienen als voorbeeld. Dan wordt er in de kist gezocht naar geluiden waarmee die ‘andere’ dieren kunnen worden nagedaan. De ene helft van de groep danst terwijl de ander helft van de groep de geluiden voor de dansers maakt.

     

     

    10 Lang en kort

    Het ene geluid duurt langer dan het andere. De instrumenten in de kist worden door de kinderen gecontroleerd op de duur van de geluiden. Wie heeft het langste geluid gevonden. De lange geluiden gaan samenspelen. En soms zijn de korte geluiden de baas.

     

    11 Poppenkast

    Met de kinderen worden korte poppenkast-scenes gespeeld. Daarna wordt in de kist gezocht naar instrumenten die we bij die scenes kunnen gebruiken. Zo worden de verhaaltjes een stuk echter!

    Zoek in de verzameling prentenboeken in de school een boek met een (stuk) verhaal waarin veel dingen gebeuren die geluid maken.(een “actiepagina”). Bespreek de pagina met de kinderen en stel de vraag hoe we de gebeurtenissen die we zien ook kunnen laten horen. Zoek in de kist naar geschikte klankbronnen en vul die eventueel aan met klankbronnen uit de klas. Teken de bladzijde schematisch na op het bord en vermeld de instrumenten erbij. Zo ontstaat een route (partituur) waarlangs het muziekstuk nu gespeeld kan worden.

     

    12   Prentenboek

    Kies een prentenboek, of een paar bladzijden ervan, waarin veel dingen gebeuren.     Zoek bij iedere gebeurtenis een instrument. Vertel het verhaal en laat de kinderen de geluiden erbij maken. Laat het verhaal weg en je hebt een echt muziekstuk.

     

    13 Geluiden opnemen.

    Hierbij speelt een voicerecorder (of iedere andere opnamemogelijkheid) een belangrijke rol. De kinderen kiezen een instrument. Eén voor één worden de geluiden opgenomen. Bij het terugluisteren moeten de kinderen raden welk instrument ze horen.

     

     

    14 Verkeersspel

    Met crêpe plakband maak je op de vloer een stratenplan. In de kist wordt gezocht met welke instrumenten we verkeersdeelnemers kunnen nadoen. Zo ontstaan veel mogelijkheden om verkeerssituaties uit te beelden en te verklanken.

     

    15   Gelijk en ongelijk

    In de volwassenenmuziek speelt ritme een belangrijke rol. Doe een klapspelletje met de kinderen. Als je er een liedje bij zingt, klap je in de maat (gelijk) maar als je na afloop van het liedje applaudisseert,  is dat uit de maat (ongelijk). Kan dat ook met instrumenten?

     

     

    Rotterdam, 8 november  2012

    Bert van Bommel TUTTI TIMBRI INSTRUMENTEN

  • Over Tutti Timbri
  • Webshop
  • Kinderactiviteiten
  • Contact
  • Foto’s
  • English

© Copyright Tutti Timbri 2020